En dan is er nog lood, dat wordt verzameld in de botten, en kwikverbindingen, dat zich in het vet ophoopt, en dioxines en organobroomverbindingen (brandvertragers). Al die stoffen worden mee begraven of gecremeerd. Cadmium, lood en kwik blijven wat het is: cadmium, lood en kwik.
Reijnders: “Als die stoffen nu nog op de begraafplaats bleven zou het te overzien zien, maar zo is het niet. Dieren nemen het ook in zich op. Wormen eten grond, muizen eten weer wormen en die worden gegeten door uilen. Uilen kunnen daardoor nierschade oplopen. En dieren verplaatsen zich. Bladeren van de bomen worden misschien niet altijd op de begraafplaats zelf weggewerkt. Natuurlijk, het is allemaal nog niet verschrikkelijk spectaculair, en zeker op het totaal niet, maar het telt wel. Dus: De mens zelf is het probleem, want we zijn één wandelend vuilnisvat.”
Op het totaal valt vervuiling door uitvaart mee
En nu het goede nieuws. Want als we naar het totale milieuprobleem kijken, dan spelen de schadelijke milieu-aspecten die aan de lijkbezorging vastzitten geen erg grote rol, meent Lucas Reijnders. “Maar er zitten natuurlijk wel enkele milieunadelen aan het begraven en cremeren.”
Wat is beter of slechter voor het milieu: begraven of cremeren?
Het blijkt niet eenvoudig te zijn om de milieuaspecten van begraven en cremeren tegen elkaar af te wegen. De belangrijkste milieueffecten bij een uitvaart zijn:
- energieverbruik
- ruimtebeslag
- uitstoot van schadelijke stoffen
Bij de schadelijke stoffen gaat het zoals gezegd om kwikverbindingen en andere metalen en dioxines. Al deze stoffen komen in het milieu terecht. Bij begraven komen ze in de bodem en het grondwater. Bij crematie komen de schadelijke stoffen terecht in de as en als de as weer wordt verstrooid of begraven ook in de bodem.
Bij begraven speelt ruimtebeslag een belangrijke rol. Maar dat voordeel van cremeren wordt natuurlijk weer teniet gedaan als mensen na de crematie kiezen voor een urnengraf, wat steeds vaker gebeurt. En als de begraafplaats tevens een groen park is, dan wordt het ruimtebeslag omgezet in een positief punt: het bevordert het welzijn van een stad of dorp en fungeert als groene long.
Bij cremeren is het energieverbruik de belangrijkste milieufactor. Een gemiddelde crematie kost tussen de 5 en de 25 kubieke meter gas. Ter vergelijking: met deze hoeveelheid verwarmt de gemiddelde Nederlander vijf tot zes dagen zijn huis.
Uit het
onderzoek, van onderzoekers Han Remmerswaal en Luc van de Heuvel van de TU Delft naar de milieu-aspecten van de uitvaart blijkt dat begraven en cremeren ongeveer even milieu-(on)vriendelijk zijn.
Uiteraard hangt het ook af van de situatie en van het individuele geval:
- Als u in een druk bevolkt gebied woont telt de factor ruimtegebrek zwaarder. Dan is crematie een milieuvriendelijker optie. Tenzij de begraafplaats ook als rustpunt in een drukke stad en als park fungeert.
- In een kwetsbaar waterwingebied moet de mogelijke vervuiling van het grondwater veel strenger beoordeeld worden dan buiten dat gebied. Ook dan is cremeren beter.
- Als de begraafplaats bij u om de hoek ligt en het dichtstbijzijnde crematorium aanzienlijk verder van huis gelegen is, dan is begraven een betere optie, omdat het vervoer bij een uitvaart de grootste milieuvervuiler is.
- Kampt de begraafplaats met een hoge grondwaterstand, dan zullen lichamen minder snel verteren. Bovendien is het mogelijk dat het grondwater in aanraking komt met lijkvocht.
Natuurbegraafplaatsen
U zult als dode, zeker als u lang geleefd heeft, dan geen schoon lichaam opleveren, als u wilt kunt u als overledene wel meewerken aan een een stuk nieuwe natuur. Nederland heeft meerdere
natuurbegraafplaatsen, waar behalve begraven ook nieuwe natuur wordt gecreëerd. Feitelijk is dat tweede de belangrijkste doelstelling van deze voor Nederland vrij nieuwe begraafplaatsen.